Kolen en gas minder populair om elektriciteit mee op te wekken.
Waarom worden kolen en gas steeds minder populair om elektriciteit mee op te wekken?
Antwoord in het kort: Kolen en gas verliezen aan populariteit door hun negatieve impact op het klimaat, de stijgende kosten van fossiele brandstoffen en de toenemende concurrentie van duurzame bronnen zoals zon- en windenergie. Bovendien zetten internationale en nationale klimaatdoelstellingen aan tot een versnelde afbouw van kolen- en gascentrales. In dit artikel lees je waarom kolen en gas sinds 2019 met bijna 40 procent zijn afgenomen als bron voor elektriciteitsproductie en hoe de toekomst van duurzame energievoorziening eruitziet.
Inhoudsopgave
- Inleiding: de afname van kolen en gas in vogelvlucht
- Redenen achter de dalende populariteit van kolen en gas
- Statistieken en ontwikkelingen (2019-2024)
- Rol van duurzame energiebronnen
- Impact op het klimaat en de maatschappij
- Toekomstperspectieven en uitdagingen
- Conclusie
Inleiding: de afname van kolen en gas in vogelvlucht
De laatste jaren is er wereldwijd een duidelijke trend zichtbaar: kolen en gas worden minder populair om elektriciteit mee op te wekken. Sinds 2019 zien we een gestage daling in het gebruik van deze fossiele brandstoffen. Volgens recente cijfers van een bekend statistiekbureau is de productie van elektriciteit door de verbranding van kolen en gas in de afgelopen vijf jaar met bijna 40 procent afgenomen. Toch zorgden minder zon en wind richting het einde van 2024 voor een lichte toename van de inzet van kolen en gas, aangezien er in die periode minder energie uit hernieuwbare bronnen beschikbaar was.
Hoewel de cijfers dus een iets minder sterke daling laten zien dan in eerdere jaren, is de overall-trend van afname sinds 2019 duidelijk. Deze daling hangt samen met meerdere factoren: de toename van duurzame bronnen zoals zon en wind, de invoering van strengere klimaatdoelen door overheden en de groeiende maatschappelijke druk om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen. Tel daarbij op dat de prijzen van kolen en aardgas in sommige perioden flink zijn gestegen (mede door geopolitieke spanningen en verminderde leveringen), en de conclusie ligt voor de hand dat kolen en gas aan populariteit verliezen.
In dit uitgebreide artikel (van meer dan 4000 woorden) bespreken we waarom kolen en gas minder populair worden, hoe de cijfers zich sinds 2019 hebben ontwikkeld, wat de gevolgen zijn voor het klimaat en de maatschappij, en welke toekomstperspectieven er zijn voor onze energievoorziening. We gaan dieper in op alle relevante factoren die leiden tot een afnemende afhankelijkheid van kolen en gas, zoals de ontwikkeling van duurzame energie, de invloed van politieke maatregelen en de veranderende visie van bedrijven en investeerders. Daarnaast staan we stil bij de noodzaak tot energiebesparing en kijken we hoe de samenleving reageert op deze verschuiving.
Redenen achter de dalende populariteit van kolen en gas
1.1 Maatschappelijke druk en klimaatbewustzijn
Een eerste en belangrijke reden voor de dalende populariteit van kolen en gas is de toenemende maatschappelijke druk om klimaatverandering aan te pakken. De effecten van klimaatverandering, zoals extreme weersomstandigheden en stijgende zeespiegels, worden steeds vaker zichtbaar. Mensen zijn zich bewuster geworden van de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Traditionele energieopwekking door steenkool en aardgas staat bekend om de relatief hoge CO2-uitstoot vergeleken met bijvoorbeeld wind- en zonne-energie. Hierdoor groeien de zorgen over het milieu en het klimaat alsmaar groter, en daarmee ook de wens om alternatieven te gebruiken.
Publieke opinie en bewustwordingscampagnes spelen hierin een grote rol. Organisaties die zich inzetten voor het milieu communiceren al geruime tijd dat kolen een van de meest vervuilende energiebronnen is. Gas wordt als minder vervuilend gezien dan kolen, maar is nog altijd een fossiele brandstof die bijdraagt aan de uitstoot van schadelijke broeikasgassen. Naarmate burgers en bedrijven zich meer bewust worden van de klimaatimpact, groeit de behoefte om te investeren in schonere technologieën.
1.2 Internationale en nationale klimaatdoelen
Overheden wereldwijd hebben zich ten doel gesteld om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen. Dit resulteert in strengere regelgeving, afbouw van subsidies voor fossiele brandstoffen en juist meer stimulans voor hernieuwbare energie. Denk aan afspraken die voortkomen uit internationale klimaatakkoorden: landen verplichten zich onder meer om hun afhankelijkheid van fossiele brandstoffen af te bouwen. In veel gevallen worden ook nationale wet- en regelgevingen opgesteld of aangescherpt, waardoor investeringen in kolen- en gascentrales minder aantrekkelijk worden.
In Europa is de roep om een versnelde energietransitie erg groot. De ambitie om klimaatneutraal te zijn in de nabije toekomst betekent dat kolen en gas geleidelijk moeten verdwijnen uit de energiemix, tenzij er technieken komen die broeikasgassen afvangen en opslaan (CCS, Carbon Capture and Storage). Ook dan blijft er echter weerstand, omdat dergelijke oplossingen niet altijd rendabel zijn of andere risico’s met zich meebrengen. Door de druk vanuit klimaatdoelen is er wereldwijd steeds minder ruimte voor nieuwe kolen- en gasprojecten, en dat heeft een direct effect op de populariteit van deze energiebronnen.
1.3 Economische factoren en prijsontwikkelingen
Naast maatschappelijke en beleidsmatige redenen, spelen economische factoren een cruciale rol. De kostprijs van wind- en zonne-energie is in de afgelopen tien jaar gedaald. Tegelijkertijd zijn de kosten voor de exploitatie van kolen- en gascentrales gestegen, mede door de introductie van emissiehandelssystemen en de toegenomen wereldwijde vraag naar schonere alternatieven.
Verder hebben geopolitieke ontwikkelingen een grote invloed op de prijs van olie, kolen en aardgas. De afhankelijkheid van import, internationale spanningen en het sluiten van bepaalde mijnen of velden kunnen allemaal leiden tot schommelingen in de prijs van fossiele brandstoffen. Als de kosten van kolen en gas onvoorspelbaar worden, richt men zich sneller op stabielere energiebronnen. Zonne- en windenergie hebben na de installatie van panelen en turbines relatief lage marginale kosten, waardoor investeerders en energieproducenten geneigd zijn hun portfolio’s te vergroenen.
1.4 Technologische vooruitgang in duurzame energie
De snelle technologische ontwikkeling binnen de sector van duurzame energie is een andere reden waarom kolen en gas populariteit verliezen. Zonnepanelen zijn efficiënter en goedkoper geworden, windturbines leveren meer vermogen en de infrastructuur voor energie-opslag (batterijtechnologie, waterstof en andere oplossingen) groeit gestaag. Deze innovaties maken duurzame energie steeds toegankelijker, niet alleen voor grote bedrijven, maar ook voor particulieren die zonnepanelen op hun daken plaatsen of deelnemen aan lokale windparken.
Na verloop van tijd wordt duidelijk dat duurzame energie niet alleen duurzamer is, maar vaak ook financieel aantrekkelijker. De terugverdientijd voor bijvoorbeeld zonnepanelen is de laatste jaren sterk gedaald, wat huishoudens en bedrijven over de streep trekt om in te stappen. Daarmee wordt de concurrentiepositie van fossiele energie verder verzwakt.
Statistieken en ontwikkelingen (2019-2024)
2.1 Overzicht van de daling
Uit data van een toonaangevend statistiekbureau blijkt dat de productie van elektriciteit uit kolen en gas sinds 2019 wereldwijd is gedaald. In bepaalde regio’s varieert de snelheid van deze daling, maar de overall trend is herkenbaar: een afname van ongeveer 40 procent over een periode van vijf jaar. Dit betekent dat het aandeel van kolen en gas in de totale elektriciteit mix aanzienlijk kleiner is geworden.
Toch was het noodzakelijk om in sommige perioden, met name eind 2024, weer iets meer elektriciteit uit kolen en gas op te wekken. De reden hiervoor is dat zon en wind in die tijd van het jaar minder stabiel beschikbaar waren. Ook andere omstandigheden, zoals het onderhoud van bepaalde gascentrales in naburige landen, speelden een rol. Daardoor moest er tijdelijk worden bijgestookt om aan de elektriciteitsvraag te voldoen. Desondanks blijft het beeld voor de gehele periode 2019-2024 er een van dalende populariteit van kolen en gas.
2.2 Jaarlijkse afname in cijfers
Onderstaande (fictieve) grafiek geeft een beeld van de totale elektriciteitsproductie uit kolen en gas als percentage van de totale mix in de periode 2019-2024. Let op: de cijfers zijn indicatief en dienen ter illustratie van de trend. De daadwerkelijke percentages kunnen in realiteit licht afwijken, maar het verloop geeft een vergelijkbaar beeld als dat van officieel gerapporteerde statistieken.
Jaar | Aandeel kolen (%) | Aandeel gas (%) |
---|---|---|
2019 | 20 | 30 |
2020 | 17 | 25 |
2021 | 15 | 23 |
2022 | 13 | 20 |
2023 | 11 | 18 |
2024 | 10 | 16 |
Uit dit overzicht blijkt duidelijk dat beide fossiele brandstoffen een neerwaartse trend laten zien. De daling in kolen is procentueel vaak iets sterker dan die in gas, wat te verklaren is door meerdere factoren. Zo wordt kolenverbranding over het algemeen als het meest vervuilend beschouwd, waardoor regeringen en bedrijven deze bron als eerste willen afbouwen. Daarnaast is aardgas vaak iets flexibeler inzetbaar, met name voor piekbelasting, en scoort het iets beter op het gebied van CO2-uitstoot (hoewel het uiteraard nog steeds een fossiele bron is).
2.3 Reductie van 5 procent voor kolen en 4 procent voor gas in 2024
De afname van kolen- en gasproductie in 2024 was met respectievelijk 5 en 4 procent kleiner dan in eerdere jaren. Hier is een aantal oorzaken voor aan te wijzen. Allereerst was er tegen het einde van 2024 minder wind en zon dan verwacht, wat leidde tot een verhoogde vraag naar fossiele opwekking. Daarnaast zorgden onderhoudswerkzaamheden bij gascentrales in buurlanden ervoor dat er meer elektriciteit naar die landen moest worden geëxporteerd, wat eveneens leidde tot extra inzet van kolen- en gascentrales.
Ondanks deze factoren is de dalende lijn onmiskenbaar. Het algemene sentiment op de energiemarkt is dat kolen in het komende decennium verder uitgefaseerd worden, terwijl gas waarschijnlijk nog een brugfunctie zal hebben totdat er voldoende alternatieven zijn om de energievraag op piekmomenten op te vangen.
2.4 Belang van statistische data voor besluitvorming
Statistische gegevens over energieproductie en -verbruik zijn essentieel voor overheden, bedrijven en burgers om de juiste keuzes te maken. Zonder betrouwbare data is het lastig om te bepalen welke beleidsmaatregelen effectief zijn, waar investeringen nodig zijn en hoe de transitie in goede banen kan worden geleid. De cijfers uit het statistiekbureau laten zien dat de daling van kolen en gas niet alleen een voornemen is, maar ook daadwerkelijk plaatsvindt. Deze transparantie helpt ook om draagvlak te creëren voor verdere stappen, bijvoorbeeld het sluiten van kolencentrales of het heffen van extra belastingen op CO2-uitstoot.
Rol van duurzame energiebronnen
3.1 Opmars van zon en wind
Waar fossiele brandstoffen in populariteit dalen, zien we een sterke groei in de opwekking van hernieuwbare energie, vooral door zon en wind. Zonne-energie is tegenwoordig verantwoordelijk voor een steeds groter deel van de elektriciteitsproductie.
Met name in de zonnige maanden nemen zonnepanelen een groot deel van de stroomvraag voor hun rekening. Op piekmomenten kan het zelfs voorkomen dat zonnepanelen een derde of meer van de totale elektriciteitsproductie voor hun rekening nemen. Windenergie neemt tijdens winderige seizoenen een vergelijkbare of soms zelfs grotere positie in.
In april 2024 was er bijvoorbeeld een uitzonderlijke combinatie van zowel zon als wind, wat zorgde voor een recordproductie uit duurzame bronnen.
Het statistiekbureau rapporteerde dat wel 63 procent van de totale stroomproductie in die maand uit zon en wind kwam. Zulke cijfers tonen aan dat de potentie van hernieuwbare energie groot is, zelfs in landen met een gematigd klimaat. De technologie achter windturbines wordt elk jaar verbeterd, waardoor nieuwe turbines hogere piekvermogens kunnen leveren en zelfs in gebieden met minder wind voldoende rendement opleveren.
3.2 Biomassa en andere alternatieven
Naast zon en wind speelt ook biomassa een rol in de afbouw van fossiele energie. Biomassa wordt gewonnen uit organisch materiaal, zoals houtafval, gft-afval en plantaardige reststromen. De duurzaamheid van biomassa is echter onderwerp van discussie: de productie en het transport van biomassa kunnen een impact hebben op het milieu, en er bestaan verschillende definities van wat ‘duurzaam beheerde’ biomassa is.
Toch geldt biomassa voor veel landen als een belangrijke schakel in de energiemix, omdat het een vorm van hernieuwbare energie is die continu (24 uur per dag) beschikbaar kan zijn, in tegenstelling tot wind en zon, die weersafhankelijk zijn. Overheden en energiebedrijven moeten in de toekomst echter blijven kijken naar manieren om biomassa zo duurzaam mogelijk in te zetten, of zelfs te vervangen door andere bronnen of opslagtechnologieën als dat rendabeler is.
Andere duurzame alternatieven worden eveneens onderzocht. Denk bijvoorbeeld aan waterstof, vooral groen geproduceerde waterstof met behulp van hernieuwbare energie. Deze kan fungeren als opslagmedium om pieken en dalen in vraag en aanbod op te vangen. Ook geothermische energie (aardwarmte) wordt in sommige gebieden steeds interessanter, met name in regio’s waar de bodemstructuur daarvoor geschikt is.
3.3 Opslag en net stabiliteit
Een bekend knelpunt bij duurzame energieopwekking is het fluctuerende karakter van zon en wind. Als de zon schijnt en de wind waait, kan er een overschot ontstaan, terwijl er op windstille nachten juist een tekort kan zijn. Om een stabiele energievoorziening te garanderen, zijn opslagsystemen nodig. Dit kan in de vorm van batterijparken, waterstofproductie of andere innovatieve oplossingen.
Met de groei van duurzame energie groeit ook de aandacht voor net stabiliteit. Netbeheerders investeren in slimme netten, die vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen door middel van geautomatiseerde systemen. Denk aan ‘smart grid’, waar onder andere elektrische auto’s en thuisbatterijen helpen om pieken te dempen en dalen op te vullen. Hierdoor wordt het gemakkelijker om zonder kolen- of gascentrales het net stabiel te houden, al speelt gas opwekking voorlopig nog een rol bij piekvraag.
Impact op het klimaat en de maatschappij
4.1 Verminderde uitstoot van broeikasgassen
Een direct voordeel van de afnemende populariteit van kolen en gas is de daling in de uitstoot van broeikasgassen. Zowel kolen als gas stoten bij verbranding CO2 uit, met kolen als de grootste vervuiler van de twee. Door de elektrificatie van transport, industrie en verwarmingssystemen, is een schoner elektriciteitsnet van cruciaal belang om de totale CO2-uitstoot te verminderen.
In 2024 was er dan wel een lichte terugval in de daling van fossiele opwekking, maar over de hele periode vanaf 2019 is de reductie van de uitstoot aanzienlijk. Deze vermindering draagt bij aan het behalen van nationale en internationale klimaatdoelstellingen en verkleint de ecologische voetafdruk van de samenleving. Minder uitstoot betekent niet alleen minder klimaatverandering, maar ook een betere luchtkwaliteit.
4.2 Economische voordelen en werkgelegenheid
De energietransitie brengt ook kansen met zich mee. De groei van de sectoren voor duurzame energie leidt tot nieuwe banen, zoals installateurs van zonnepanelen, technici voor windturbines, onderzoekers en ontwikkelaars van energietechnologieën. Werkgelegenheid in de fossiele sector zal weliswaar afnemen, maar veel van die werknemers kunnen zich omscholen en een nieuwe carrière vinden in de duurzame energiesector of in gerelateerde dienstverlenende sectoren.
Bovendien kan de overgang naar meer duurzame energie op de lange termijn leiden tot stabielere energieprijzen. Waar kolen- en gasprijzen kunnen schommelen onder invloed van wereldpolitiek en beschikbaarheid, zijn zon en wind eenmaal geïnstalleerd veel voorspelbaarder. Er zijn uiteraard onderhoudskosten en net kosten, maar de ‘brandstof’ is gratis. Dat biedt een zeker economisch voordeel.
4.3 Maatschappelijk draagvlak en bewustwording
De veranderende energiemix heeft ook invloed op de maatschappij als geheel. Er is een groter bewustzijn ontstaan dat de manier waarop we onze elektriciteit en warmte opwekken, direct invloed heeft op onze leefomgeving en gezondheid. Dit leidt tot meer initiatieven op lokaal en regionaal niveau om samen te investeren in windparken, zonneparken of andere collectieve projecten.
De energietransitie raakt bovendien aan thema’s als ruimtelijke ordening: waar zetten we windmolens neer, waar komen zonneparken en hoe gaan we om met batterijen of andere opslagfaciliteiten? Deze discussie is onvermijdelijk, maar door het groeiende draagvlak is de kans groter dat men in consensus tot duurzame oplossingen komt. De afnemende populariteit van kolen en gas stimuleert creativiteit en innovatie in de samenleving.
Toekomstperspectieven en uitdagingen
5.1 Definitief afscheid van kolen?
De algemene verwachting is dat kolen in de nabije toekomst nog verder zal afnemen. Diverse landen hebben al concrete plannen gepresenteerd om kolencentrales te sluiten of om te bouwen naar alternatieve brandstoffen. In sommige gevallen wordt overwogen om kolencentrales aan te passen voor het gebruik van biomassa of om voorzieningen te treffen voor CO2-afvang en -opslag. Maar voor de meeste landen is de inzet hoog: volledig afscheid nemen van kolen op de middellange tot lange termijn.
De grootste uitdaging blijft vooralsnog om in perioden met weinig zon en wind toch voldoende stroom te kunnen leveren. Dit kan gedeeltelijk worden opgelost met energie-opslag in batterijen of waterstof, maar deze technologieën zijn nog niet altijd rendabel op grote schaal of vereisen hoge investeringen in infrastructuur. Niettemin is de trend duidelijk: kolen wordt gezien als de meest vervuilende energiebron en staat bovenaan de lijst om te worden afgebouwd.
5.2 Gas als overgangsbrandstof
Aardgas wordt vaak gezien als een ‘transitiebrandstof’. Het stoot minder CO2 uit dan kolen, maar is nog altijd fossiel. Sommige landen zetten gascentrales in om het gebrek aan flexibiliteit van duurzame bronnen op te vangen. Met de opkomst van nieuwe opslagtechnologieën en de verdere daling van de prijs van hernieuwbare energie is de vraag hoe lang gas nog deze rol kan spelen. Sommigen pleiten voor het versneld afbouwen van alle fossiele brandstoffen en een directe overstap naar 100 procent hernieuwbaar, anderen benadrukken dat gas voorlopig nodig blijft voor leveringszekerheid.
Een belangrijke ontwikkeling op dit vlak is het opschalen van groen waterstof, waarbij gascentrales mogelijk kunnen overschakelen op waterstof in plaats van aardgas. Dit vergt wel de nodige investeringen en aanpassingen aan netwerken en centrales. De komende jaren zal duidelijk worden hoe snel deze transitie plaatsvindt en of gas inderdaad binnen afzienbare tijd een marginale rol kan gaan spelen.
5.3 Innovatie, onderzoek en internationale samenwerking
Een succesvolle transitie weg van kolen en gas vereist voortdurende innovatie en onderzoek.
Dit betreft niet alleen technische aspecten, maar ook economische en sociale factoren.
Er is samenwerking nodig tussen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om de ontwikkelingen te versnellen.
Internationale kennisuitwisseling kan leiden tot kostenefficiënte oplossingen, vooral omdat veel landen voor dezelfde uitdagingen staan.
Zaken zoals de opslag en transport van duurzame energie, net stabiliteit, digitalisering en slim gebruik van data zullen een steeds grotere rol spelen.
Daarnaast zullen internationale samenwerkingsverbanden steeds belangrijker worden.
Energie kent immers geen landsgrenzen; we zijn allemaal gebaat bij een stabiel en duurzaam energiesysteem.
5.4 Opschaling van hernieuwbare energie en infrastructuur
Om de groei van hernieuwbare energie te faciliteren, moet de infrastructuur worden uitgebreid. Dit betekent niet alleen een grotere capaciteit van het hoogspanningsnet, maar ook lokale aanpassingen in woonwijken en industrieterreinen. Zo moet de netbeheerder ervoor zorgen dat de capaciteit van het net toereikend is om pieken in zonnestroom en windenergie te kunnen verwerken.
De opschaling omvat ook de ontwikkeling van grote windparken op zee, zonneparken en collectieve energieprojecten op land. De daarbij benodigde ruimte en vergunningen leiden geregeld tot maatschappelijk debat. Wanneer men bijvoorbeeld een nieuw windpark wil plaatsen, kan er weerstand ontstaan in de directe omgeving vanwege horizonvervuiling of geluidsoverlast. Daarom is een zorgvuldige afweging en betrokkenheid van de lokale bevolking belangrijk.
Daarnaast is het cruciaal om te investeren in verder onderzoek naar nieuwe energiebronnen en -systemen, zoals drijvende zonneparken, getijdenenergie, waterstofproductie en andere innovatieve oplossingen. Hoe breder het palet aan duurzame opties, hoe robuuster ons toekomstige energiesysteem kan worden.
5.5 Kosten, subsidies en financiering
Een ander belangrijk vraagstuk is de financiering van de energietransitie. De installatie van zonneparken, windturbines, batterijopslag en laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer vergt grote investeringen. Veel overheden bieden subsidies, fiscale voordelen of andere stimuleringsmaatregelen om duurzame energieprojecten van de grond te krijgen. Toch blijft het essentieel dat er ook een gezond economisch model bestaat zonder structurele afhankelijkheid van subsidies.
Fossiele brandstoffen genieten in sommige landen nog altijd van (indirecte) subsidies, wat de markt verstoort en de transitie belemmert. Er is een groeiende roep om deze subsidies af te bouwen en de ‘ware prijs’ van fossiele energie in rekening te brengen, inclusief de kosten van CO2-uitstoot en andere milieuschade. Het zetten van een eerlijke prijs op vervuiling versnelt de afname van kolen en gas nog verder.
5.6 Regionale verschillen en rechtvaardige transitie
Het is belangrijk te beseffen dat de energietransitie niet voor elk gebied of elke bevolkingsgroep dezelfde uitdagingen en kansen biedt. In sommige regio’s is men sterk afhankelijk van kolenwinning of gasproductie voor banen en inkomsten. Het sluiten van mijnen of kolencentrales kan daar voor grote sociale problemen zorgen. Een rechtvaardige transitie betekent dat men oog heeft voor deze gemeenschappen en passende alternatieven creëert, bijvoorbeeld door omscholingsprogramma’s, investeringen in lokale duurzame projecten of economische diversificatie.
Het succes van de energietransitie hangt deels af van de mate waarin men erin slaagt iedereen mee te nemen in het proces. Als bepaalde groepen in de samenleving zich buitengesloten voelen of onevenredig zwaar worden getroffen, kan dat leiden tot weerstand en protesten. Het is daarom van belang dat de transitie niet alleen een technisch en economisch verhaal is, maar ook een sociaal en cultureel verhaal, waarin alle belanghebbenden gehoord worden.
Conclusie
De vraag uit de titel. Waarom worden kolen en gas steeds minder populair om elektriciteit mee op te wekken? Heeft in dit uitgebreide artikel een grondig antwoord gekregen. Kolen en gas zitten wereldwijd in het verdomhoekje, en dat is te wijten aan een combinatie van maatschappelijke druk, strengere klimaatdoelstellingen, economische factoren, technologische vooruitgang en internationale samenwerking.
Zoals de cijfers en ontwikkelingen laten zien, is de daling van het gebruik van kolen en gas sinds 2019 zeer significant: een daling van bijna 40 procent in vijf jaar tijd voor beide brandstoffen. Hoewel er in 2024 door enkele specifieke omstandigheden nog een lichte bijstook nodig was, blijft de langetermijntrend duidelijk. Verder zijn zon en wind enorm in opmars: in de piekmaanden kan zon zelfs tot een derde van de elektriciteitsproductie invullen, en wind is in wintermaanden soms nog dominanter. In april 2024 was het beeld zelfs dat 63 procent van de totale productie uit zon en wind kwam.
De impact op het klimaat is positief: minder kolen en gas betekent minder uitstoot van CO2 en dus een kleinere ecologische voetafdruk. Ook op economisch vlak biedt de transitie kansen voor werkgelegenheid en stabiele prijzen. Tegelijkertijd zijn er nog genoeg uitdagingen, zoals de noodzaak voor innovatieve opslagmethoden, net stabiliteit, financiering en een rechtvaardige transitie waarin niemand wordt vergeten.
De toekomst is er duidelijk een waarin kolen en gas verder aan belang inboeten, terwijl duurzame energiebronnen doorontwikkelen en opschalen. De precieze snelheid en vorm waarin dit gebeurt, verschilt per regio en land. Gas zal naar verwachting nog tijdelijk nodig zijn als overgangsbrandstof, maar ook dat is beperkt in de tijd, mede dankzij de opkomst van waterstof en verbeterde batterijtechnologie. International samenwerking, sociale rechtvaardigheid en technologische doorbraken zullen bepalend zijn voor het succes en het tempo van deze historische energietransitie.
Dit artikel schetst de achtergronden, ontwikkelingen en gevolgen van de verschuiving in onze energievoorziening. De kernboodschap is duidelijk: kolen en gas zijn bezig aan een laatste hoofdstuk, terwijl de potentie van duurzame bronnen steeds meer wordt benut. De energiesector transformeert in een rap tempo, en dat is niet alleen nodig voor het klimaat, maar biedt ook een wereld aan nieuwe kansen voor economische groei, maatschappelijke vooruitgang en een schonere toekomst.